Nieuws

Erfgoed in perspectief: aanbieding kunstwerk aan de stad

Het project ‘Erfgoed in perspectief‘ aan de Oudezijds Voorburgwal 136 (OV136) is een initiatief van NV Zeedijk, dat een 17e-eeuws grachtenpand in het historische hart van Amsterdam transformeert tot een plek waar verleden en heden samenkomen. Het pand, met het gevelteken van admiraal Cornelis Tromp, staat symbool voor de maritieme glorie van Nederland, maar draagt ook sporen van het koloniale verleden, inclusief betrokkenheid bij slavernij via de VOC en WIC. Het project beoogt deze complexe geschiedenis zichtbaar te maken door een hedendaags kunstwerk toe te voegen dat reflectie uitlokt over deze ambivalente erfenis. De NV Zeedijk organiseert hiervoor op zaterdag 13 september een middag vullend programma waar u bij aanwezig kunt zijn. Aanmelden kan via: anis.defretes@nvzeedijk.nl Let op: vol is vol!

P R O G R A M M A
12:30 – 13:30
   Inloop, Ontvangst & registratie
13:30 – 14:20   Welkom door Janny Alberts (directeur NV Zeedijk) | aanbieding kunstwerk aan de stad | panel: Toekomst van erfgoed in de stad
(moderator Guus Pengel, Janny Alberts, Rob Renoult, Loes Leatemia, Patta, SMIB)
14:20 – 14:50   Jennifer Tosch Inleiding: Tromp en de maritieme erfenis. De link tussen Oost en West
14:50 – 15:05   Pauze
15:05 – 15:40   Panel: Slavernijverleden in de stad (moderator Julia Jouwe, Jennifer Tosch, Leo Balai, Reggie Baay)
15:40 – 17:00   Afsluiting & netwerkborrel


Het kunstwerk dat op zaterdag 13 september aan de stad Amsterdam aangeboden wordt, dient als een “nieuwe laag” in het verhaal van het pand. Het belicht zowel de trans-Atlantische slavernij als de onderbelichte slavernij in Nederlands-Indië, zonder het bestaande erfgoed te verwijderen. Dit sluit aan bij de bredere stedelijke missie om inclusiever met erfgoed om te gaan, zoals ook blijkt uit initiatieven als het Slavernijmonument in het Oosterpark. Het project combineert zorgvuldige restauratie met duurzaamheid, zoals isolatie, zonnepanelen en een warmtepomp, en benadrukt de noodzaak van een niet-invasieve, onderhoudsarme aanpak.
De locatie aan de Oudezijds Voorburgwal 136 is betekenisvol vanwege haar historische rol als epicentrum van handel en kolonialisme. Het kunstwerk moet voorbijgangers aanzetten tot nadenken over deze geschiedenis, zonder het straatbeeld te overheersen. Het project betrekt bewoners, scholen en internationale bezoekers, wat aansluit bij het onderzoek “Het haperende hart van de stad, 2025”, waarin beschreven de behoefte aan een gedeelde, betekenisvolle plek in de binnenstad. Daarin uitten Amsterdammers hun vervreemding van het centrum, maar ook hun verlangen naar verbinding met de stad. ‘Lagen van Herinnering’ speelt hierop in door een fysieke en symbolische ruimte te creëren die geschiedenis en actualiteit verbindt. Op 13 september 2025 worden, lezingen en een panelgesprek over het slavernijverleden georganiseerd, waarbij het nieuwe kunstwerk wordt gepresenteerd. Dit onderstreept de educatieve en maatschappelijke rol van het project. Het initiatief toont hoe Amsterdam om kan gaan met beladen erfgoed: niet door het te verwijderen, maar door het gesprek aan te gaan en nieuwe perspectieven toe te voegen. Tevens viert NV Zeedijk haar 40 jarig bestaan. Kortom, OV136 is een voorbeeld van hoe erfgoed kan bijdragen aan een inclusievere en duurzame binnenstad, precies waar Amsterdammers in “Het haperende hart ..” om vragen: een plek die verbindt, herkenbaar is en ruimte biedt voor kritische reflectie op het verleden. Het project sluit daarmee aan bij de roep om een binnenstad die niet alleen voor toeristen, maar ook voor bewoners betekenisvol blijft.

Lagen van Herinnering: Erfgoed in Dialoog | Wanneer muren beginnen te spreken
“Erfgoed in Transformatie, ‘Lagen van Herinnering’”, belichaamt een urgente en vernieuwende visie op hoe wij willen omgaan met ons collectieve verleden. Het 17e-eeuwse grachtenpand aan de Oudezijds Voorburgwal draagt niet alleen de maritieme trots van admiraal Tromp in zijn gevelsteen, maar ook de zwijgende sporen van kolonialisme en slavernij. Die visie behelst deze complexe geschiedenis niet te vereenvoudigen of uit te wissen, maar juist te verrijken – door nieuwe lagen van betekenis toe te voegen met ‘het erfgoed in dialoog te gaan’. Het nieuwe kunstwerk naast de gevelsteen symboliseert straks deze aanpak: geen vervanging, maar een uitnodiging tot gesprek. De titel ‘Lagen van Herinnering’ verwijst naar de gelaagdheid van het pand zelf – van de bakstenen uit de Gouden Eeuw tot de hedendaagse kunstinterventies. Maar het benadrukt ook de gelaagdheid van onze interpretatie: hoe kijken we wordt een podium waar verhalen botsen, aanvullen en nieuwe inzichten genereren. Kern van dit initiatief is de overtuiging dat erfgoed pas relevant blijft als het meerdere stemmen ruimte geeft. Niet alleen die van historici, maar ook van kunstenaars, nazaten van tot slaafgemaakten uit de Oost en de West, moderne stadsbewoners, voorbijgangers en toeristen. Zo verbindt deze visie verleden en heden zonder schuldvragen te omzeilen of glorie te idealiseren. Het resultaat is een plek die niet museaal is, maar leeft – precies wat Amsterdam nodig heeft in een tijd van polarisatie en identiteitsvragen. ‘Lagen van Herinnering’ is daarmee geen project over geschiedenis, maar over hoe wij ermee voortleven. Het toont dat erfgoed geen monument is, maar een werkwoord.

Panel “Verhalen van de Stad
Het panel “Verhalen van de Stad – Erfgoed, Toekomst & Verbinding” buigt zich over een urgente vraag: hoe kan erfgoed, in een stad waar veel bewoners zich vervreemd voelen door massatoerisme en commercialisering, weer een bron van verbinding worden? Gebaseerd op inzichten uit “Het haperende hart van de stad” (2025) verkent dit gesprek hoe historische locaties, niet alleen kunnen herinneren maar ook actief kunnen bijdragen aan een gedeelde identiteit.
Met Janny Alberts (directeur NV Zeedijk) bespreken we hoe een balans tussen ondernemers, bewoners en bezoekers – zoals zij die op de Zeedijk realiseerde – kan inspireren tot erfgoedbeheer dat verbindt in plaats van verdeelt. Loes Leatemia (textielkunstenaar en cultureel antropoloog) deelt haar expertise in het vervlechten van koloniale geschiedenis en migratieverhalen, en laat zien hoe ambacht en erfgoed kunnen dienen als bridge tussen gemeenschappen. Rob Renoult (kunstenaar, voormalig bedrijfsleider Paradiso) reflecteert op zijn ervaringen in een gesegregeerde kunstwereld en benadrukt het belang van het zichtbaar maken van diverse perspectieven. Patta Foundation illustreert hoe kunst, mode en community-projecten sociale inclusie en erfgoedrelevantie voor jongeren kunnen bevorderen.Samen onderzoeken ze hoe erfgoed niet mummificeert, maar tot leven komt: door inclusieve verhalen, digitale innovatie, community-gestuurde projecten en een balans tussen behoud en leefbaarheid. Doel is om van erfgoed een werkwoord te maken – een dynamische praktijk die Amsterdammers met elkaar en hun stad verbindt.

Panel “Slavernijverleden in de stad”
Het panel “Slavernijverleden in de stad” duikt in de onvertelde verhalen die in de Amsterdamse stenen zijn gegrift, met Oudezijds Voorburgwal 136 als krachtig symbool. Achter de maritieme gevel van dit pand schuilt een gelaagde geschiedenis van kolonialisme, slavernij en uitbuiting – een erfenis die niet mag worden verzwegen, maar juist moet worden bevraagd. Veel Amsterdammers voelen zich vervreemd van hun eigen binnenstad; een ruimte die zou moeten verbinden, maar vaak verdeelt. Dit panel onderzoekt hoe kunst en erfgoed, zoals de interventie bij OV136, kunnen bijdragen aan een inclusiever narratief.
Met Leo Balai – historicus en expert in de trans-Atlantische slavenhandel – bespreken we hoe fysieke plekken verbonden zijn met dit verleden. Zijn onderzoek naar panden zoals Herengracht 502 laat zien hoe slavernijkapitaal de stad mede vormgaf. Reggie Baay, die taboes doorbrak over het Nederlands-Indische koloniale verleden (zoals de njai), reflecteert op de parallellen tussen verzwegen verhalen in Oost en West. Jennifer Tosch, oprichter van Black Heritage Tours, deelt haar ervaringen met het zichtbaar maken van verborgen erfgoed van de Afrikaanse diaspora. Samen verkennen we hoe kunst tegenstrijdige betekenissen kan verenigen, hoe erfgoed relevant kan blijven voor een diverse stad, en welke rol kunst speelt in het herdefiniëren van een gedeelde toekomst – een toekomst waarin de binnenstad opnieuw een verbindend hart wordt.

Een Huis aan de Gracht
Het pand Oudezijds Voorburgwal 136 in Amsterdam kent een rijke en gelaagde geschiedenis die teruggaat tot de 16e eeuw. Op deze locatie woonde in 1585 de bierbeschoyer Hendrick Lenertsz. Pot, wiens tonnen bier op de kade voor de deur werden geladen en gelost.
De geschiedenis van het huidige pand begint in 1687, wanneer Coossen Veeling een huis koopt op de hoek van de Blaauwlakensteeg, dat toen bekend stond als ‘de Blaauwe hand’. Zijn zoon Gerrit Veeling erfde het perceel. Zijn weduwe, Catharina Ruyter, liet het huis in 1733 in zijn huidige staat herbouwen, voorzien van een karakteristieke klokgevel in Lodewijk XIV-stijl. Aan de zijgevel bevindt zich een goederenluik met rolelement, een stille getuige van het pakhuiskarakter uit die tijd.
Het meest opmerkelijke kenmerk van het pand is het rijk gesneden houten reliëf van admiraal Cornelis Tromp. Het is onduidelijk of dit tableau direct bij de bouw in 1733 werd aangebracht, maar wel zeker is dat het er in 1738 al hing, toen Jan Pranger, gouverneur-generaal van de Afrikaanse kusten, het pand kocht. Mogelijk liet Pranger het reliëf uit verering voor de zeeheld plaatsen, als een politieke statement van zijn Oranjegezindheid. Het reliëf toont Tromp in een traditionele heldenpose, omringd door attributen van zijn glorie: een globe, een zeekaart, zijn schip De Gouden Leeuw en het zwarte jongetje – een destijds gebruikelijk statussymbool in rijke kringen. Het kunstwerk, gebaseerd op een gravure van Jan Hilbers, werd in 1941 en opnieuw in 1998 grondig gerestaureerd.
In de 20e eeuw kende het pand diverse bestemmingen. Van de jaren ’30 tot ’50 was drukkerij ‘De Hoop’ er gevestigd, en later een pension. Vanaf de jaren ’80 huisvestte de kelder een seksshop. Een nieuw, duurzaam hoofdstuk werd ingeluid in 2018, toen NV Zeedijk het pand kocht. Na een volledige klimaatneutrale renovatie werd het een inspiratiebron en symbool voor de stichting Green Light District, die de omliggende buurt wil vergroenen en verduurzamen. Zo verbindt dit monument verleden en toekomst.
De foto hieronder laat het pand aan de Oudezijds Voorburgwal 136 zien tijdens de onthulling van Green Light District.

Gedicht: Gevelstenen van Herinnering
Oost en West ontmoeten zich in mijn voegen,
de tijd vergeet – maar klei en muren gedenken.
Nieuw licht breekt door het oude raam:
een nieuwe vloed die het zwijgen doorbreekt,
zo wordt wat zweeg, een stem die leeft.
Erfgoed is werk in plaats van stof.

Het kunstwerk | toelichting door kunstenaar Jerrold Saija
“Wanneer je voor de ingang van het pand staat en omhoog kijkt, sta je normaal gesproken oog in oog met Cornelis Tromp die van bovenaf op je neerkijkt. Boven de deur, als een soort klein dakje, verschijnt nu een grote zwarte vlek die het zicht op de gevelsteen verstoort. Deze vlek is gecoat met een lichtabsorberend zwart, een materiaal dat vrijwel al het licht absorbeert en het oppervlak verandert in een diepe, lichtloze leegte. Als men goed kijkt is er een gedicht te lezen, een weerklank van het jongetje dat te zien is op de gevel naast Tromp.
Wat in eerste instantie lijkt op een willekeurige vlek, blijkt bij nader inzien zijn handtekening te zijn, gevonden in het Nationaal Archief in brieven aan Johan de Witt. Zijn handschrift is vervormd tot een schaduw die precies vanuit dat ene gezichtspunt recht onder het kleine dakje het beeld in de weg staat. Het oogt als een vlek, een blinde vlek, zowel letterlijk als figuurlijk.
Vanuit andere hoeken en op afstand blijft het beeld van Tromp zichtbaar, maar vanaf die specifieke plek onder het kleine dakje wordt het zicht geblokkeerd. Hierdoor hoef je niet langer op te kijken naar de zeeheld, maar word je uitgenodigd hem vanuit een ander, kritischer perspectief te bekijken. Het zet je in een positie van reflectie en vraagt je het traditionele beeld van heldendom te heroverwegen. Tegelijkertijd verwijst het naar de zwarte pagina’s van de geschiedenis die vaak buiten beeld blijven.
Deze blindheid wijst op wat bewust buiten beeld is gehouden: de mensen, culturen en geschiedenissen die de rijkdom, macht en dromen van figuren als Tromp mogelijk maakten. Hoewel hij zelf niet direct betrokken was bij slavernij, profiteerde hij wel van de structuren en systemen die deze onmenselijkheid in stand hielden. Het werk nodigt uit om stil te staan bij die verhalen, de stemmen die nooit klonken in de glorieuze façade van heldendom. Het herinnert ons aan de schaduwen die altijd aan macht verbonden zijn en aan de verantwoordelijkheid om die schaduwen onder ogen te zien. Wie naar beneden kijkt, ziet zijn handtekening op een deurmat voor de ingang. Zijn handtekening ligt aan je voeten, maar blijft voor hem buiten zicht. Een stille verwijzing naar zijn blindheid voor de sporen die hij heeft nagelaten in het nu. Deze blindheid wijst op wat bewust buiten beeld is gehouden: de mensen, culturen en geschiedenissen die de rijkdom, macht en dromen van figuren als Tromp mogelijk maakten. Hoewel hij zelf niet direct betrokken was bij slavernij, profiteerde hij wel van de structuren en systemen die deze onmenselijkheid in stand hielden.
Het werk nodigt uit om stil te staan bij die verhalen, de stemmen die nooit klonken in de glorieuze façade van heldendom. Het herinnert ons aan de schaduwen die altijd aan macht verbonden zijn en aan de verantwoordelijkheid om die schaduwen onder ogen te zien.”

Juryrapport | Erfgoed in Perspectief – Van Tromp tot Transformatie
Geachte heer Jerrold Saija,
Naar aanleiding van uw voorgestelde kunstinterventie ‘blinde vlek’ ter aanvulling en bevraging van de gevelsteen van Cornelis Tromp, laat de jury zich unaniem enthousiast en onder de indruk uit over uw concept. Uw werk wordt gezien als meer dan een artistieke ingreep; het is een essentieel en poëtisch antwoord. Een antwoord op de stille autoriteit van een gevelsteen, op het collectieve geheugenverlies rondom figuren als Tromp, en op de vraag hoe een stad als Amsterdam haar vele, vaak verzwegen geschiedenissen kan laten voortleven.
Uit onze bespreking rijst het beeld op van een werk dat niet schreeuwt, maar uitnodigt. Het zwijgende, bijna absolute zwart van Vantablack fungeert niet als een slot op het verleden, maar als een portaal naar een diepere, complexere dialoog over het koloniaal- en slavernij verleden, waar machtsstructuren en onderdrukking speelden.
Net als het pand zelf is uw kunstwerk gelaagd. De eerste laag is die van de artistieke daadkracht: een innovatief, visueel confronterend statement. De tweede laag is de erfgoedwaarde: het voegt een kritische reflectie toe zonder de bestaande geschiedenis uit te wissen. Het plaatst geen verwijt, maar een vraagteken. De derde en belangrijkste laag is de maatschappelijke resonantie: het werk activeert het erfgoed. Het zet de toeschouwer aan tot ongemak, tot nadenken over systemen van macht en de vergeten verhalen die, net als het licht in het Vantablack, worden opgeslokt.
De jury ziet in uw voornemen om via ‘critical fabulation’ – een methode zoals beschreven door Saidiya Hartman – een stem te geven aan de naamloze zwarte jongen die Tromp begeleidde, een van de meest krachtige en noodzakelijke aspecten van dit project.
De samenwerking met een zwarte vrouwelijke schrijver of dichter om dit verhaal met gevoeligheid en kracht te vertellen, onderstreept de intentie om niet over, maar mét de gemeenschap en haar erfgoed te werken. Het educatieve element, versterkt door een artistiek ingericht plakkaat. Via een QR-code wordt de voorbijganger verwezen naar een pagina met een verdiepende reflectie. De historische context wordt nader omschreven en zorgt voor een duurzame impact en bewustwording. De kracht van uw werk brengt ook een opdracht met zich mee. Een kunstwerk dat zo’n urgent gesprek opent, draagt de verantwoordelijkheid om dat gesprek ook optimaal te faciliteren. Onze aanbevelingen – zoals het versterken van de verbinding met de bredere mondiale context van kolonialisme, handel en macht (van Oost tot West en Zuid. Het aangaan van een dialoog met de al aanwezige problematische symbolisering van de jongen op de voorgevel, en de nadruk op het educatieve element, inclusief de implicaties voor het heden en de toekomst – zijn dan ook geen kritiek, maar een erkenning van het grote potentieel van uw werk. Het zijn suggesties om de cirkel van de dialoog te sluiten; om de muren niet alleen te laten spreken, maar ze ook te laten luisteren en uitleggen.  ‘blinde vlek’ transformeert de gevel daarmee van een statisch monument in een dynamische ontmoetingsplek. Het toont dat waarheid niet zwart-wit is, maar vaak ligt besloten in de diepte van het zwart zelf. Het erfgoed wordt hier geen antwoord opgelegd, maar een werkwoord aangeboden: een voortdurend, collectief proces van herinneren, bevragen en begrijpen. Zo wordt wat zweeg, een stem die leeft.
De jury is van mening dat uw project volledig aansluit bij de doelstellingen van educatie, maatschappelijke bewustwording en het creëren van blijvende impact. Wij kijken uit naar de realisatie en zijn vol vertrouwen dat ‘blinde vlek’ een wezenlijke bijdrage zal leveren aan het actuele debat.
Met kunstzinnige groet, Namens de jury, Janny Alberts, Anis de Fretes, Loes Leatemia, Dickie Leatemia

Productie
Anis de Fretes | projectleider | anis.defretes@nvzeedijk.nl
Nina Wattimena | project assistent | nina.wattimena@nvzeedijk.nl
Luuk Hasselman | logistiek | H&L Producties | H&L Producties
Red Light Jazz Radio | Zeedijk 44 | Red Light Jazz Radio